Geschiedenis

 

G.C.H.C. bestaat in september 2018 al 89 jaar. Vanaf de oprichting op 20 september 1929 tot nu is ontzettend veel gebeurd en is geschiedenis geschreven. Een heuse G.C.H.C.-cultuur is ontstaan waarin liederen een grote rol spelen. 

Melodie: Aux Champs Elysées

Oh, G.C.H.C. NANA NANA NA,
Oh, G.C.H.C. NANA NANA NA,
Sla de bal, druk een punt,
Loop zo hard als je kunt,
Slechts de doelpunten tellen bij G.C.H.C.

De Voorwaartsen van Paddepoel
Bestormen weer 't vijand'lijk doel
Direct na het eerste fluitsignaal ging t zakie plat
Van links, van rechts en dwars er door
Van ausputzer tot middenvoor
Ze vinden ook al is het klein, toch steeds weer het "gat"!


De hockeyclub G.C.H.C. werd op 20 september 1929 opgericht door een groep vrienden met als doel het beoefenen van de hockeysport in de winter en het beoefenen van de cricketsport in de zomer. Tot halverwege de jaren '60 was G.C.H.C. een club van uitsluitend familie en vrienden totdat in 1967 de 1e complete studententeams werden toegelaten. Vandaag de dag is G.C.H.C. de grootste studentenhockey vereniging van Nederland.

 

De burgerperiode
In 1928 behaalde Nederland zilver op de Olympische Spelen met hockey. Mede dankzij deze prestatie heeft een groepje vrienden besloten om G.C.H.C. op 20 september 1929 op te richten. De vereniging werd op 12 april 1933 goedgekeurd bij Koninklijk Besluit en op 2 en 3 juni 1933 werd dit gepubliceerd in de Staatcourant. De vraag is echter: was dit wel de geboorte van G.C.H.C.? Het gerucht gaat dat we verder terug moeten in de tijd. Bij de verbouwing van een perceel in de Pausgang in 1938 werden er in een nis boeken en documenten gevonden. Een van deze documenten behoorden toe aan een van de bestuursleden van een hockeyclub, .G.C.H.C. genaamd. Deze club was in 1724 opgericht en de letters stonden voor Groeningher Caets ende Hockii Cluph.

 

 

In de beginjaren bestond G.C.H.C. uit een aantal families en wat vrienden. In totaal waren dit zo'n 40 leden. Er werd gehockeyd op een overgebleven stukje gras in het Stadspark, dat in de winter als ijsbaan diende. Mede dankzij de ijsbaan was het grasveld erg slecht en zo werd er verhuisd naar het Oosterpark. Echter bleek deze grasmat zo slecht dat G.C.H.C. naar de Harense Holt ging en de grasmatten ging delen met GHBS. In de beginjaren beschikte G.C.H.C. nog niet over een clubhuis, dit probleem werd echter vrij snel opgelost door het plaatselijke café: café Bolhuis. Dit café werd omgetoverd tot G.C.H.C. clubhuis, dat vooral in de weekenden goed bezet was.

 

Voor zover mogelijk werd er in de winter gewoon doorgehockeyd, maar dan met een rode bal, want een witte was niet te zien in de sneeuw. In de winter trainden de Dames niet. Zij bleven gewoon binnen lekker voor de kachel zitten in het café. Tot ergernis van de Heren die zich van het weer niets aantrokken. Op een gegeven moment werd het de Heren teveel en hebben ze de dames uit de club gegooid. Dit heeft echter niet lang geduurd, want onder leiding van Petra v.d. Baan-Edzes werd het Damesteam ook weer toegelaten. Het Damesteam werd dan ook in 1935 ingeschreven voor de competitie.

 

Tijdens de Tweede Wereld Oorlog werd er tot 1941 doorgehockeyd op het weiland bij de Harendermolen. Toen is G.C.H.C. verhuisd naar een braakliggend terrein aan de Esserweg. Het tweede veld was bijna klaar toen de bezetters kwamen en er loopgraven van gingen maken, dus al het werk was voor niets geweest. Na de oorlog veranderde de clubkleuren oranje-zwart naar groen-grijs-oranje. In 1948 werd het veld aan de Esserweg weer hersteld en er was weer een mooi terrein. Eind jaren '40 kreeg het hockeykrantje de definitieve naam de Knuppelbode, Dit werd bedacht door het duo MAx en ANton (MAAN).

 

 

 

Eind jaren '40 werd het idee geboren om elk jaar voordat de competitie begon een toernooi te houden voor Noordelijke teams. Dit initiatief werd genomen door de hockeyclub LHC. Er werd gestreden voor de Van Sminia-beker, vernoemd naar de bedenker van het toernooi.

 

Hoe fijn het ook was bij Café Bolhuis, G.C.H.C. moest op een gegeven moment toch een eigen clubhuis hebben. Dit werd gemaakt door de leden die een clubhuis van hout maakten en dit clubhuis werd De Barak genoemd. Het eerste clubhuis was er echter niet lang: de velden aan de Esserweg verzakten en moeste daarom worden opgehoogd. Dit betekende dat er twee jaar niet op gespeeld kon worden. Het gevolg was dan ook dat G.C.H.C. voor de vijfde keer opzoek moest naar een nieuwe locatie.

 

De studentenperiode
Halverwege de jaren '60 ging het tij keren. De families die G.C.H.C. hadden opgericht waren er nog steeds, met als gevolg dat de club ging vergrijzen. In 1965 waren er nog maar 30 leden. Het probleem was dat alleen familieleden lid mochten worden en verder mocht men alleen meespelen als men geintroduceerd werd door een familielid. Toch gingen ze leden van buitenaf aantrekken en studenten bleek de juiste doelgroep te zijn. De studenten die geen lid waren van Vindicat, waren aangewezen op burgerclubs en dat werkte niet geheel. Toen Albertus Magnus een nieuwe hockeystudentenvereniging wilde oprichten was de KNHB hier fel op tegen. De KNHB wilde geen 2e studentenvereniging in 1 stad. De Groninger Studenten had een ledenstop met als gevolg dat de studenten eigenlijk nergens heen konden.

 

 

Een vriendenclub van Albertus Magnus en een roeiteam van Aegir besloten naar G.C.H.C. te gaan om lid te worden, mits ze 1 team zouden blijven. Dit was geen probleem en in het seizoen 1965-1966 werd op de ALV besloten dat studenten lid mochten worden. De studenten hadden verder niets in te brengen. Het aantal studenten nam toe en in het seizoen 1966-1967 vonden de studenten het welletjes. Ze zijn massaal naar de ALV gegaan en hebben de voorzitterweggestemd en hun eigen er neer gezet.

 

In het seizoen '67-'68 werden de 1e studenten in het bestuur gezet. In 1967 werd er bij de ACLO erkenning als studentenvereniging aangevraagd en verleend. De voorzitter van G.C.H.C. werd opgenomen in het algemeen bestuur. De erkenning was in principe ongewoon, aangezien G.C.H.C. geen pure studentenclub was, maar de ACLO had G.C.H.C. nodig. De reden hiervoor was dat de ACLO een heel sportcentrum had aangelegd inclusief hockeyvelden, alleen de Groninger Studenten wilden daar niet komen hockeyen. In de seizoenen '67-'68 en '68-'69 maakte G.C.H.C. gebruik van zowel de velden aan de Esserweg als de velden van de ACLO. De velden aan de Esserweg werden zo slecht dat in 1969 G.C.H.C. definitief verhuisd is naar Paddepoel. Door deze verhuizing is het ledenaantal in een jaar tijd verdubbeld van 150 naar 300.

De KNHB weigerde nog steeds G.C.H.C. te erkennen als een studentenclub, waardoor er in 1968 een studentenhockeybond werd opgericht. Deze bond organiseerde ook de Nederlandse Studenten Kampioenschappen.

Door de stijging van het ledenaantal gingen de prestaties van G.C.H.C. ook omhoog. De Heren en Dames werden kampioen en de Heren kwamen in het seizoenen '72 en '73 dan ook uit op het NK. Het NK van '73 had nog een positief punt, want in het seizoen '73-'74 werden de hoofdklassen ingevoerd en dankzij het behalen van het NK ging G.C.H.C. Heren 1 door naar de hoofdklasse. Dit heeft helaas maar 1 jaar mogen duren.

G.C.H.C. had niet voorzien dat zij in het seizoen '72-'73 naar het NK zouden gaan en hadden zich al opgegeven voor het prestigieuze toernooi in Barcelona. Uiteindelijk zouden ze wel het NK halen, maar Barcelona kon niet meer worden afgezegd. Het bestuur heeft toen ook besloten om het 2e team naar het NK te laten gaan. Dit is uiteindelijk in de media gekomen en die hebben er schande van gesproken.

De jaren '74-'78 waren rustige jaren voor G.C.H.C. De Dames handhaafden zich in de 1e klasse en de Heren degradeerden eerst naar de 2e klasse, waarna ze het jaar erop weer promoveerden.

In het seizoen '75-'76 was er voor het eerst een vrouw als voorzitter: Marijke Buursink. In 1977 werd de ACLO-kaart ingevoerd. Het seizoen '79-'80 was een extra feestelijk seizoen. Niet alleen bestond G.C.H.C. 50 jaar, er werd ook een nieuw clubhuis geopend. De bouw van het clubhuis was niet eenvoudig. In 1979 waren de mensen al op ideeën gekomen, maar er was geld voor nodig. G.C.H.C. ging obligaties uitdelen, maar het aantal werd niet gehaald en de gemeente wilde ook geen subsidie verlenen. In 1978 is het dan toch gelukt om een subsidie te krijgen en door middel van de uitgegeven obligaties en een hogere contributie, kon in 1979 de bouw beginnen.

De verstandhouding tussen de ACLO en de RUG was altijd rustig geweest totdat de RUG besloot geen subsidies meer te geven aan verenigingen die niet alleen studenten van de RUG als leden hadden. Nu zat G.C.H.C. met een probleem. In 1977 werd dan ook een intentieverklaring opgesteld waarin werd afgesproken dat G.C.H.C. zich verplichtte bij wijze van afvloeiing de burgerleden uit haar gelederen te weren. Het gevolg was dat er illegale burgerleden waren. In 1979-1980 waren dit weer officiële leden en deze betaalden een hogere contributie. Door dit alles wilde G.C.H.C. op zoek gaan naar een ander complex, buiten de ACLO om. De gemeente stemde in eerste instantie tegen, maar was daarna wel voor, maar de aanleg en de bouw zou 5 jaar duren.

In het collegejaar '82-'83 werd er een versterkte controle van burgerleden uitgevoerd en er werd een HBO-commissie in het leven geroepen. 5% van de leden mocht een HBO studie doen, maar wel als opvulling, dus de RUG-studenten hadden voorrang. Eveneens was er besloten dat het lidmaatschap bij het einde van de studie zou komen te vervallen. Hiermee barstte de bom: G.C.H.C. kwam met het idee een burgersectie op te richten, maar de ACLO zag hier geen heil in. Tot eind jaren '80 heeft G.C.H.C. nog 1 burgerteam gekend. In de begin jaren '80 waren er verscheidene hockeyclubs bezig met het aanleggen van een kunstgrasveld. De ACLO vond in '83 dat G.C.H.C. ook deze kans mocht krijgen. Daarom werd dankzij de inzet van Dhr. Tilstra in 1985 de opening van het kunstgras gevierd, tijdens het lustrum van 1985. Door het aanleggen van dit kunstgras groeide het ledenaantal snel. De berekening van een kunstgrasveld is gemaakt voor 250 leden, maar G.C.H.C. had er al 300. Dhr. Tilstra stelde voor om een groter clubhuis te bouwen. In overleg met de ACLO en dankzij de geldsteun van de RUG werd er op de ALV besloten een nieuw clubhuis te bouwen. De geldsteun van de RUG was weliswaar een lening, het nieuwe clubhuis zou er komen. Er werd besloten om het oude clubhuis te vervangen, ook de gemeente gaf een schenking van fl. 22.000,-.

 

Op 9 mei 1986 was het nieuwe clubhuis dan ook een feit. Door het nieuwe clubhuis is G.C.H.C. overgegaan op Bavaria bier in plaats van Heineken. Bavaria had voor G.C.H.C. de gunstigste aanbieding.

 

De ACLO werd nog strenger, waardoor het ledenaantal van G.C.H.C. kleiner werd en dat van GHBS sterk groeide. Dankzij het promoten en de doelstellingen van de besturen ging het ledenaantal weer stijgen. G.C.H.C. was nu echt een studentenclub. Er werd een Technische Commissie opgericht en zo werd G.C.H.C. ook een prestatieclub. Voor het groeiende aantal leden was het niet meer mogelijk dat het bestuur alles regelde, met als gevolg dat er commissies in het leven werden geroepen. In het jaar '88-'89 zijn er verschillende commissies ingesteld, zoals de TC, de barcommissie en de redactie. Elke commissie zat in het bestuur en het bestuur hield wekelijks een vergadering.

 

Het bestuur wilde niet alleen maar oog hebben voor de prestatie teams, maar ook voor de recreatieve teams. Zo werd eind jaren '80 de eerste actieve ledendag georganiseerd, het Martini toernooi werd professioneler aangepakt en er kwamen 4 keer per jaar LiBo's.

 

Het seizoen '90-'91 was voor G.C.H.C. zeer speciaal. Het aantal leden had de 400 overschreden. Dit had ook nadelige gevolgen, zo moest er een ledenstop worden ingesteld, aangezien de veldcapaciteit op zijn max. zat. Daarnaast moest er weer een nieuw clubhuis komen. Dit maal moest het aantrekkelijker zijn en met een ABR-hok. Hiervoor was geld nodig,  maar de penningmeester was het niet mee eens met de plannen en is opgestapt. Het hele seizoen ' 91-'92 werden er acties georganiseerd om de bouwkas te spekken. Zo waren er mogelijkheden om een deel van de bar te kopen en dat zou dan voor altijd jouw deel zijn. Zelfs de Groninger Studenten hebben G.C.H.C. gesponsord.

 

Tijdens het lustrum van 1989 is er een nieuw logo ontworpen voor G.C.H.C., het welbekende hockeymannetje. Na de bouw van het clubhuis is 1992 werd echter besloten om met het oude logo door te gaan. In het seizoen '93-'94 zijn er veel veranderingen geweest. Zo werd de bewaar-KB ingeruild voor de almanak. Deze had echter 3 jaar nodig voordat dit officieel werd. (1996). Er werden ook prijzen verbonden aan verschillende dingen, zoals de John Frederikstadt-bokaal. Deze bokaal wordt uitgereikt aan het team dat het meeste doelpunten scoort in 1 jaar.

 

Het kunstgrasveld van G.C.H.C. was in de jaren ' 90 aan vervanging toe. Naast hockey werd er ook op gekorfbald. Begin 1997 ging Dhr. Tilstra akkoord, onder voorbehoud om alleen de toplaag te vervangen. Dit zou in de zomer van ' 98 gebeuren en de universiteit zou dit regelen. Ook het hekwerk was aan vervanging toe, maar dit moest helaas wel gebeuren op kosten van de club. Uiteindelijk zijn de toplaag en het hekwerk vervangen.

 

Tot 1968 waren zowel de hockeybroekjes als de rokjes grijs, dit tenue is overigens pas in 1946 ingesteld. In 1983 gaven Heren en Dames 1 aan dat ze liever in rode blouses speelden en groen met wit geringde kousen. Zij vonden namelijk dat oranje sokken esthetisch onverantwoord waren. Na overleg met het bestuur mochten zij bij thuiswedstrijden met deze nieuwe sokken spelen en bij uitwedstrijden met de rode blouses. Tijdens het seizoen 1983-1984 wilde de hele club met de groen met wit geringde sokken spelen en met polo's. In 1984-1985 waren de polo's nog facultatief, maar het seizoen erna waren ze verplicht. Er was alleen nog een goedkeuring nodig van de bond. De polo's waren geen probleem, de sokken echter wel. Volgens de bond speelden er al teveel clubs in het Noorden met geringde sokken.

 

Heren 1 is jarenlang een jojo geweest tussen de 1e en 2e klasse. In het seizoen 1980-1981 promoveerde Dames 1 naar de overgangsklasse, maar dat was van korte duur. In 1995-1996 promoveerde Dames 1 nogmaals naar de overgangsklasse en ditmaal hebben ze het 3 seizoenen volgehouden.

 

Activiteiten
Het Martinitoernooi is jarenlang een van de grootste evenementen geweest van G.C.H.C. en daarbij ook het oudste evenement. Het eerste Martinitoernooi dateert uit het seizoen 1969-1970. De lustrumcommissie wilde toen in het kader van het 8e lustrum, een toernooi organiseren dat meer op plezier gebaseerd was dan op prestatie. Hierbij werd er niet alleen aan hockey gedaan, maar ook spelletjes zoals touwtrekken en balgooien. Het was de bedoeling dat dit een eenmalige gebeurtenis zou worden, maar het toernooi wordt nu al 50 jaar gespeeld. Tot 1972 werd het het Mixed Toernooi genoemd en vanaf 1972 werd de naam veranderd in Martini on the Rocks.

 

 

De hoofdprijs werd toen een aantal magnum flessen van de sponsor. Tot eind jaren '80 was het een klein toernooi en toen besloten ze het wat professioneler aan te pakken, onder andere door een tent naast het clubhuis te zetten. Het Martinitoernooi werd zelfs een international toernooi. Er is zelfs een team dat elk jaar uit Glasgow komt.

 

De maandelijkse Live Borrel, kortweg LiBo, is al jaren een fenomeen op G.C.H.C. In 1985, vlak voor de verhuizing, werd de eerste LiBo georganiseerd. In de begin jaren speelden er bandjes op de LiBo. Begin jaren '90 werden de bandjes vervangen door Drive-in disco. Met allereerst DJ Sicco en later DJ Taco. De traditie is dat iedereen gewoon zo van het hockeyveld afstapt en alleen even een trainingsbroek en een trui aantrekt en niet gaat douchen. Zo kon er aan het begin van het seizoen precies worden gezien wie er nieuw lid was van G.C.H.C. Op maandag verschijnen al jaren de roddels van de LiBo van de dag ervoor in de KB.

 

Het grote geheim van het werven van al die getalenteerde hockeydames en -heren die op G.C.H.C. rondlopen, is het zogenaamde Top Jeugd Toernooi. Het idee ontstond door het jaarlijkse A-jeugdtoernooi dat de inmiddels opgeheven hockeyclub HMC elk voorjaar organiseerde. Allereerst wilde HMC er niets van weten, ze zagen het niet zitten om heen en weer te pendelen tussen de 2 clubs en zij wilde de status van burgerclub niet combineren met de status van een studentenclub. Uiteindelijk is het toch gelukt en is G.C.H.C. het TJT gaan organiseren. Dit was een mooie aanleiding om te concurreren met de Groninger Studenten die elk jaar een hockeykamp houden voor de jeugd.

Ons clubhuis
Sinds 1986 is het clubhuis van G.C.H.C. gevestigd op het Zernike complex te Groningen. Sinds die tijd bleef het aantal leden groeien. Een uitbreiding van het clubhuis was noodzakelijk en in 1992 werd 'De Vergrote Bierhut' geopend. Het clubhuis was nu dan wel groot genoeg om het aantal leden te herbergen, maar veel opslagruimte was er niet. Er is dan ook een paar jaar geleden een zeecontainer geplaatst waarin de keepersspullen kunnen worden opgeborgen. Voor de voorraden is het tribunehok naast het clubhuis gebouwd. De 'Vergrootte Bierhut' was geboren.

 

 

Een clubhuis is voor G.C.H.C. van groot belang. Het clubhuis draagt voor een aanzienlijk deel bij aan het sociale aspect dat bij G.C.H.C. hoort. Het geeft G.C.H.C. de gelegenheid een eigen bar te hebben, waarvan de omzet een groot deel van de begroting vertegenwoordigt. Daarnaast geeft het de leden een plek om na de trainingen en wedstrijden te verblijven.

 

Voor elk gebouw geldt dat er met de jaren meer gebreken zichtbaar worden; zo ook bij het clubhuis van G.C.H.C.. In het seizoen 2005-2006 zijn er stappen ondernomen om de staat van het clubhuis te onderzoeken. Hieruit is gebleken dat er verschillende, dure reparaties moeten plaatsvinden. In plaats van deze kostbare reparaties uit te voeren en daarmee een tijdelijke oplossing te geven, is er gekozen voor de bouw van een nieuw clubhuis. Deze 'Vergrooottte Bierhut' staat hedendaags op de Blauwborgje 26, vlak voor het clubhuis van onze rivaal de G.S.H.C. Studs.


Overige liederen:

 

Melodie: Land van Maas en Waal

 

Onder de blauwe hemel, op het groene gras
Daar speelt het G.C.H.C.-team volledig in haar sas
We winnen elke wedstrijd en worden kampioen
Het is jammer voor de rest, maar we kunnen er niets aan doen
En we zuipen en we zingen en we brallen met veel kabaal
Daarachter bij de ACLO, daar gebeurt het allemaal!

Ik speel bezopen met een kater in m'n kop
Daarachter staat de keeper, volledig voor nop
We geven hem naar rechts en we zetten hem weer voor
De voorhoede neemt over en gaat ermee vandoor
En we zuipen en we zingen en we brallen met veel kabaal
Daar achter bij de ACLO, daar gebeurt het allemaal!

 


Lustrumlied16deLustrum

 

Een tijd geleden was er helemaal niets hier
Wat koeien en wat bomen
En het leven op het platteland
Maar toen kwamen er studenten
En die zetten een schuur neer
Een bierhut in het weiland
En een hockeystick in ieders hand

Refrein: G-C-H-C... G-C-H-C...

Grenzen die vervaagden
Terwijl iedereen lid werd
Zolang je maar studeerde
Of je best deed om te doen alsof
Nu tachtig jaren later
En nog altijd de mooiste
Dankzij veel actieve leden
En een grenzeloos gevoel van trots

Refrein: G-C-H-C... G-C-H-C...

Er wordt ook heus verloren
En dat doet dan best wel pijn
Maar dat belet ons niet te scoren
Want na pils, op een LiBo
Kan elke loser de allergrootste Koning zijn

Refrein: G-C-H-C... G-C-H-C...


17e lustrum: